7 Tips tegen onderprikkeling bij autisme

Ieder kind is verschillend, dat geldt ook voor kinderen met een vorm van autisme. Waar het ene kind snel overprikkeld raakt, heeft een ander kind juist heel veel prikkels nodig om goed te kunnen functioneren. Daarom geef ik je vandaag 7 tips tegen onderprikkeling bij autisme.

Onderprikkeling, wat is dat?

Naast een te veel aan prikkels kun je ook te weinig prikkels krijgen. Bij overprikkeling komt er een te veel aan informatie binnen die niet goed gefilterd kan worden door je hersenen. Onderprikkeling ontstaat wanneer diezelfde informatie simpelweg minder tot niet tot je doordringt. Het vervelende van onderprikkeling is dat het vaak niet door anderen opgemerkt wordt. Dat kan weer leiden tot ondervraging, met alle gevolgen van dien. Heb je last van onderprikkeling dan voel je je vaak leeg, verveeld en somber.

Gevaren van onderprikkeling

Omdat de zintuiglijke prikkels niet of veel minder sterk binnenkomen kan dit leiden tot hele gevaarlijke situaties. Zintuiglijke prikkels zijn immers alle prikkels die we binnenkrijgen via onze zintuigen. Het omvat alles wat we zien, horen, proeven, ruiken en voelen. Als je die prikkels niet goed waarneemt zou je op het moment dat je bijvoorbeeld een gaatje in je kies hebt de pijnprikkel die dat geeft niet goed kunnen voelen. Dit zou zomaar kunnen leiden tot een ernstige ontsteking!

Het is ook mogelijk dat je niet goed signaleert dat je honger of dorst hebt. Of naar het toilet moet. Ook kan het een grote impact hebben op het sociale vlak. Omdat je vaak niet of nauwelijks reageert op de prikkels (verhalen) van anderen, kan je naaste omgeving soms denken dat je niet in hen bent geïnteresseerd.

Tips tegen onderprikkeling bij autisme

Hoe vervelend onderprikkeling ook is, je kunt er gelukkig wel wat tegen doen. Daarom geef ik je onderstaande tips:

#1. Sommige mensen die onderprikkelt zijn zoeken zelf prikkels op door heen en weer te wiegen, geluiden te maken, met het hoofd ergens tegenaan te bonken enzovoort. Zolang niemand er last van heeft kun je dit zoveel mogelijk toelaten.

#2. Als ouder moet je ook goed naar je kind kijken. Welke prikkels zoekt je kind zelf al? Sluit je daar zo veel mogelijk bij aan en probeer deze prikkels waar mogelijk ook uit te breiden.

#3. In de dagelijkse activiteiten kun je heel veel extra prikkels stoppen. Denk bijvoorbeeld aan het stevig wassen en afdrogen, veel muziek maken en zingen, fel gekleurd servies gebruiken voor het eten en drinken enzovoort. Vergeet ook het dieet niet aan te passen met sterke en uitgesproken smaken.

#4. Schaf uitdagend spelmateriaal aan. Denk hierbij vooral ook aan kauwsieraden voor de momenten dat je kind even stil zit. Op die manier komt je kind tot rust, maar worden de zintuigen wel gestimuleerd.

#5. Laat je kind actief zitten. Denk hierbij aan het zitten op een zitbal of schommelstoel. Om goed te kunnen blijven zitten zal je kind de balans moeten voelen.

#6. Maak thuis een kleine “snoezelkamer”. Door gebruik te maken van afwisseling in licht, contrast, geluid en aanraking worden alle zintuigen gestimuleerd. Pas hierbij wel op dat er geen overprikkeling optreed.

#7. Blijf vooral altijd goed kijken naar de signalen die je kind geeft. Zorgen de prikkels voor een betere prikkelverwerking? Raakt je kind niet overprikkeld? Zijn er meer of juist minder prikkels nodig?

Lees vooral ook eens het artikel met tips tegen overprikkeling.

Bron: NVK