Op 2 april was het Wereld Autismedag en dat was het startsein voor de Autismeweek. Het thema van dit jaar is ‘grenzen’. Hoe ga je om met grenzen, als je ouder bent van een kind met autisme? Autisme is een verzamelnaam voor ontwikkelingsstoornissen en gedragskenmerken, die wijzen op een onvermogen om op een passende wijze op anderen te reageren. Simpel uitgelegd: mensen met autisme kunnen moeite hebben om te begrijpen wat andere mensen bedoelen en ze vinden het moeilijk om contact met anderen te maken of een gesprek te voeren. Bij autisme word je geconfronteerd met je eigen grenzen. Grenzen in de vorm van draagkracht, intelligentie of relaties en ook prikkels. Hoe stel je grenzen, herken en bewaak je ze, als je moet dealen met autisme en dus met prikkels?
Prikkels en autisme
Prikkels en autisme zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Een prikkel is in feite niets meer dan een stukje informatie die bij je binnenkomt, is iets wat je waarneemt en waar je op reageert. Ieder mens en kind heeft een bepaalde hoeveelheid prikkels, die hij of zij kan verwerken. Elke seconde komen miljoenen zintuigprikkels binnen en die kunnen we niet allemaal bewust verwerken. Je hersenen filteren deze prikkels en delen ze in op prikkels die aandacht verdienen en prikkels die geen aandacht verdienen en dus genegeerd mogen worden. Heb je autisme? Dan kun je sneller door een te groot aantal prikkels uit balans raken.
Prikkelverwerking
De prikkelverwerking bij mensen met autisme gaat anders dan bij mensen zonder autisme. De mate van prikkelverwerking speelt een grote rol in het welzijn. Iemand met autisme heeft vaak net wat meer tijd nodig om informatie te verwerken. Bij een te veel aan prikkels raken ze sneller van streek, waardoor verschillende klachten kunnen optreden zoals een verminderd concentratievermogen, vermoeidheid, hoofdpijnklachten, stress en maar bijvoorbeeld ook gevoelens van angst, boosheid en onmacht.
Autisme bij kinderen
Wat is de invloed van prikkels op het welzijn van kinderen met autisme? Deze kinderen raken snel overprikkeld omdat ze sterk reageren op prikkels en deze niet kunnen filteren. Ook zijn ze vaak hooggevoelig, waardoor alles ‘binnenkomt’. Zij zijn zelf niet in staat deze prikkels op te vangen. Hoe herken je een kind dat overprikkelt is? Het kind kan heel druk gaan doen, overstuur raken of juist heel moe worden. Je kunt je kind helpen door de prikkels die zijn binnengekomen, er weer uit te laten.

Tips en hulpmiddelen
Je kunt je overprikkelde kind helpen met bijvoorbeeld deze tips: doe samen yoga-oefeningen, laat je kind luisteren naar muziek of een luisterverhaal, zing samen een liedje of lees een boek. Ook zijn er een aantal fijne hulpmiddelen die ervoor zorgen dat je kind weer rustig wordt:
- Een verzwaringsknuffel. Dat is een speciaal ontworpen knuffel, die door het gewicht een bepaalde druk geeft op de schoot van je kind. Deze druk wordt als prettig ervaren en zorgt voor ontspanning. Je kind komt snel tot rust. Het fijne van een knuffel is, dat je hem overal mee naar toe kunt nemen
- Fidget speelgoed. Dit friemelspeelgoed waar kinderen in kunnen knijpen, mee kunnen twisten of spinnen, zorgt ervoor dat ze kalmeren. En ze kunnen zelfs concentratieverhogend zijn, als dat iets is waar je kind ook last van heeft
- Kauwen op een kauwketting. De kauwbehoefte bij sommige kinderen is groot. Kinderen die stress ervaren, hebben vaak de behoefte om op dingen te bijten of te kauwen. Dit vermindert de opgebouwde spanning waardoor ze tot rust komen. En ook dit product verhoogt daarbij ook het concentratievermogen.
Afbeelding: ©Mikhail Nilov from Pexels